donderdag 29 september 2011

Clazien Cornelissen

Mijn moeder vertelde wel eens over het kantoor van De Vries Robbé, maar jammer genoeg heb ik daar vrijwel geen aantekeningen van. Nieuwe werkneemsters werden er gewoon in het diepe gegooid: inwerken was er niet bij. Op haar eerste dag (wat we waarschijnlijk met een korreltje zout moeten nemen) moest ze een brief met doorslagen typen, terwijl ze nog nooit een typemachine had gezien. Ook vertelde ze wel eens hoe ze als ze post rondbracht haar te ruim zittende jurk – een afdankertje van Gera – wat bij elkaar nam, ‘zodat het nog wat leek van achteren’.    

Gera beschreef het kantoorleven in één van haar brieven over vroeger, geschreven aan kennissen en deels gepubliceerd door de Historische Vereniging Oud Gorcum. Hilarische verhalen zijn het, waarin ik namen herken die mijn moeder ook wel eens noemde. De strenge juffrouw Van Mil van de typekamer bijvoorbeeld, en haar chaotische vervangster. Of mijn moeder het op kantoor even goed naar haar zin had als haar oudere zus, betwijfel ik. Maar ze vond het wél spannend. Haar eerste baan, haar eerste zelf verdiende salaris: al moest ze dat thuis meteen afstaan, het voelde toch goed.

In de avonduren volgt ze een cursus handelscorrespondentie. In 1928 gaat ze van het tweede naar het derde jaar. Dat is terug te vinden in de Gorcumse kranten. Daarna wordt ze in die kranten niet meer genoemd, terwijl bijvoorbeeld Gera na (en deels naast) drie jaar handelscorrespondentie nog boekhouden en handelsrekenen gaat doen. Waarschijnlijk stopt mijn moeder met de avondschool als ze ander werk krijgt. Dat moet dan na die twee jaar avondschool zijn geweest. En, bedenk ik nu, met die twee jaar avondonderwijs erbij heeft mijn moeder dan inderdaad negen jaar op school gezeten.  

Die avondcursussen zijn oorspronkelijk een particulier initiatief. Sinds 1904 organiseert de Koopmansvereeniging Gorcum, later de Algemeene Koopmans- en Winkeliersvereniging, avondcursussen voor wie door wil leren. De cursussen, gesubsidieerd door de gemeente en later door het rijk, worden gegeven in de Burgerschool voor Jongens aan de Boerenstraat. Overdag zit daar haar latere echtgenoot nog op school (hij is drie jaar jonger dan zij). En later zal diezelfde echtgenoot directeur worden van wat dan de Handelsavondschool heet.  

   links Cor, rechts Clazien

Op kantoor krijgt ze een nieuwe vriendin: Clazien Cornelissen. Waarschijnlijk beginnen Cor en Clazien ongeveer tegelijkertijd bij De Vries Robbé. Dat schept een band. Ze gaan een keer samen op de foto, als ze een jaar of zestien zijn. De jassen waren waarschijnlijk de aanleiding voor het portret. Klaziens moeder en opoe Versluis naaiden ze zelf, van hetzelfde patroon.

Clazien woont in de Warmoesstraat. Voluit heet ze Clazina Pieternella Wilhelmina. Ze werd geboren op 2 oktober 1912. Op de gezinskaart van de familie vind ik een oudere broer en zus, uit 1902 en uit 1907. Er hadden er nog twee kunnen zijn: een eerdere Clazina en een Antonius, maar die overlijden allebei nog voordat ze een jaar oud zijn. De tweede Clazien haalt het gelukkig wel, en is meteen het laatste kind. In 1915 trekt nog een nichtje uit Rotterdam in bij het gezin. Vader Cornelissen is fabrieksarbeider, en later stoker.