zondag 28 oktober 2012

Even ertussenuit


‘Even pauze’, dacht ik in maart. ‘Even van de zomer genieten’, dacht ik in juli. Nu is het eind oktober en pak ik eindelijk de draad weer op.
Ging de familie Versluijs er wel eens tussenuit? Voor vakanties zoals we die nu kennen, was geen geld. Voor uitstapjes soms wel.

Zo ging Cor een keer met haar ouders met de boot naar Oostvoorne. Reizen per boot was in die tijd heel gebruikelijk. Helaas werd het een saaie dag. Want Koos ging – volgens Cor – alleen mee om ervoor te zorgen dat Kees geen borreltje nam. Waarop Kees dan maar koos voor een dutje op het strand.  

Koos vertrok ook een keer met Cor naar Rotterdam, waar ze een (willekeurige) tram namen om een nicht van Koos op te zoeken. Die tram reed maar door en op een gegeven moment was het eindpunt bereikt. Toen de trambestuurder informeerde waar ze naartoe moesten, wist Koos geen adres. Zij was blijkbaar gewend dat mensen wel zouden weten waar haar nicht woonde. Moeder en dochter gingen onverrichter zake weer naar huis.

Cor plande zelf haar uitstapjes wat beter. In 1928 organiseert ze, 15 jaar oud, op Hemelvaartsdag voor een stel vriendinnen een wandeling naar Vogelswerf. Ze weet dat ome Rien hen wel gratis de Linge zal overzetten, zodat ze een andere route terug kunnen nemen. Ze hebben geluk, want Mijntje – de dochter van tante Ort en ome Rien, getrouwd met Jan van Ginkel – heeft net een zoon gekregen dus het is feest in het cafĂ© bij het veer. Ze krijgen allemaal limonade en beschuit met muisjes: een traktatie. Vanwege die zoon kan ik de wandeling dateren: Wouter van Ginkel wordt op 23 mei 1928 geboren.
Mijntje en Jan herinner ik me nog goed. Mijn moeder nam me af en toe mee naar Heukelum, waar ze later woonden. Tussen de foto’s van Bep vind ik een foto van Mijntje op latere leeftijd.


















Hemelvaartsdag leent zich goed voor uitstapjes. Waarschijnlijk een jaar later wil ze graag met vriendinnen op de fiets naar de Roestelberg.  Maar ja: Klazien en zij hebben geen fiets. Daar vinden de meiden iets op. Klazien is klein van stuk en 'leent' de fiets van Kees jr. En Cor vraagt bij opoe ‘voor eventjes’ de fiets van ‘Zus’ te leen. De dames hebben net genoeg geld voor de veerboot. Brood nemen ze mee en als ze onderweg dorst hebben, bellen ze ergens aan voor water. Bij een arbeiderswoning, want daar had je de grootste kans op succes.

Als ze met het veer terugkomen, zien ze Gera en Kees al kwaad op de kant staan. Die hebben de hele dag zonder fiets gezeten. Daar weten ze ook wel wat op. Zodra de loopplank ligt, geven ze ieder hun fiets een flinke zet en nemen zelf de benen. Gera en Kees moeten eerst hun fiets zien op te vangen, dus Klazien en Cor hebben een flinke voorsprong.

Thuis bedenken Kees en Koos dat het toch eigenlijk te gek is dat Cor geen eigen fiets heeft. Dus Kees haalt er een voor haar, op afbetaling, bij Romein(?). Die kende hij nog uit Kedichem, dus daar kreeg hij wel krediet.