‘Zo’n
oventje had ik ook’. Mijn moeder had een aankondiging uit de televisiegids
geknipt. Op 4 mei (van welk jaar is niet te zien) kwam er iets op tv over moeders in de oorlog. Hier herkende ze zichzelf in, want zo
had zij ook staan koken. Het weinige dat je had moest met zo min mogelijk
brandstof bereid worden. Daar werd iets op gevonden.
Onderin
dit ‘oventje’ - dat iets weg heeft van een barbecue - maakte ze een vuurtje. Waarmee? Wat er aan huisraad opgestookt
kon worden, was tegen die tijd gesneuveld. Dus hadden de Gorcumers hun oog
laten vallen op de bomen in de stad. Zo zou mijn vader een keer de bomen aan de Stationsweg te lijf gegaan zijn, samen met zijn jongere broer Theo. Een vaag verhaal, mijn broer en zus herinneren zich het fijne er niet van.
Rienus
Nieuwstad (de oudste zoon van mijn oom Jan) kwam met een 'echte' familieanekdote: ‘Op een winteravond gingen Marcus Krielaart en mijn vader op
stap om een boom bij de IJsbaan om te zagen. Ze probeerden zo min mogelijk
gerucht te veroorzaken, omdat dichtbij een Duitsgezinde boer woonde. Het
verwijderen van de takken verliep voorspoedig: de boer werd niet wakker. Maar toen
ze aan de stam begonnen, ging het mis. Die viel met een daverende klap op het
ijs. Marcus en mijn vader gingen ervandoor, met de takken. Een deel ervan
bracht mijn vader naar zijn moeder (oma Nieuwstad). Zij vertelde hem dat haar
man (opa Nieuwstad dus) zijn afschuw had uitgesproken over de dieven die de
ijsbaan hadden vernield en had gezegd dat hij overwoog een beloning uit te
loven.’
Zou
het waar zijn? Eind december 1944 werd er in elk geval geschaatst, onder andere
op de IJsbaan.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten