Nicht Maaike, die we kort voor mijn moeder overleed in het
ziekenhuis troffen en die er inmiddels zelf ook niet meer is, vertelde dat zij bij ‘oom
Kees en tante Koosje’ logeerde toen het net uit was met Leendert. Haar nichtje
Cor had daar veel verdriet van. Maar moeder Koos stelde nuchter: 'geen handvol,
maar een landvol'.
En inderdaad: Leendert kreeg een opvolger. Cor ontmoette
haar Cor in de bioscoop. ‘Je weet nooit wie er naast me komt zitten’, had ze
nog gezegd toen ze een plaats koos naast een lege stoel. Dat moet ongeveer in
1937 zijn geweest, want dan duikt ze op in het fotoalbum van mijn vader, na de
kampeerfoto’s van zijn vakanties met Cor Scheepmaker. Cor, Cor en Cor: echt
handig kan dat niet geweest zijn.
In het Kraaienbos
Ook in het Kraaienbos.
Het jonge stel neemt foto’s van elkaar, dus ze staan nooit samen op de foto. Behalve op deze, genomen op 16 september 1937 in Amsterdam, bij het huwelijk van Gerrit Versluijs met Nel de Jong. Blijkbaar was mijn vader getuige van dat huwelijk, want onder de foto staat: ‘De getuige… of zij die nu aan de beurt zijn’.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten