Omdat Duitsland een leger op de been hield, ontstond in het
land zelf een tekort aan arbeidskrachten. Tegelijkertijd moest voor datzelfde
leger veel geproduceerd worden. In 1942 werd daartoe de Arbeitseinsatz in het
leven geroepen. Op www.gahetna.nl, de website die het Nationaal Archief
ontsluit, vind ik er informatie over.
Seyss-Inquart, die Nederland draaiend moest houden, wilde
juist zoveel mogelijk rust in de tent en jonge mannen naar Duitsland sturen
hielp daar niet bij. Bovendien produceerden ook Nederlandse bedrijven voor de
Duitse oorlogseconomie. Op die manier ontstond de ruimte om arbeidskrachten ‘onmisbaar’
te verklaren en zo in Nederland te houden.
Ook de jonge mannen uit de generatie van mijn ouders probeerden
te ontkomen aan tewerkstelling in Duitsland. Als ze dan moesten werken voor de
Duitsers, dan liever in eigen land. Aan de Versluijskant zijn Gerrit en Frits
natuurlijk actief in de geallieerde marine. Dan zijn er nog Dries, Cor (mijn
vader) en Kees jr.
Dries was kleermaker en textielarbeiders waren meer dan
welkom in Duitsland. Zijn dochter Bep herinnert zich hoe het ging. Toen Dries
naar Duitsland moest, stak haar moeder daar een stokje voor met hulp van de
dokter. Dries was plotseling ‘zenuwpatiënt’ en mocht toen in de Gorcumse
kazerne gaan werken. Zijn Duitse baas blijft blijkbaar in Nederland, of woonde
er voor de oorlog al, want hij biedt Dries na de oorlog werk aan in een kleermakerij
in Amsterdam.
Mijn vader zit in het onderwijs en is dus zeker niet meteen
het soort arbeidskracht waar in Duitsland vraag naar is. In de latere
oorlogsjaren wordt de druk opgevoerd om mankracht te ‘leveren’ en worden zelfs
complete ‘jaargangen’ opgeroepen. Uiteindelijk duikt hij een poosje onder. Ergens
aan de Krijtstraat meen ik. Wat mijn moeder zich daarvan vooral herinnerde is
dat de daar ondergedoken mannen er weckpotten met fruit tot hun beschikking
hadden. Benijdenswaardig!
trouwfoto van Kees en Sien (11 januari 1939)
Kees jr. was als machinebankwerker wél gewild. Samen met
zijn zwager Tinus verwisselt hij - al voor de oorlog, in september 1939, ontdek ik later - Van Wingerden in Gorcum voor Werkspoor in
Amsterdam. Daar gaan ze samen ergens ‘in de kost’, pas later verhuist zijn
vrouw Sien ook naar Amsterdam. Werkspoor maakt onder andere scheepsmotoren. Dus
Kees jr. hoefde waarschijnlijk weinig moeite te doen om in Nederland te mogen blijven. Na de oorlog zet hij zijn loopbaan bij Werkspoor voort.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten