Als Rinus jr. in Den Haag is opgepakt, gaat zijn vriendin Corrie dat in
Gorcum aan zijn ouders vertellen. Dit blijkt uit enkele brieven die ik kreeg
van Thea, hun dochter. Daarna gaat Corrie terug naar Den Haag waar ze probeert
met Rinus in contact te komen. Als ze op 12 augustus 1943 bericht krijgt dat ze
hem kan opzoeken in Scheveningen, blijkt hij intussen naar Amersfoort
getransporteerd te zijn.
Zijn ouders pakken een houten koffer voor hem in en zijn
vader en broer Cor (mijn vader) vertrekken naar Den Haag, waar ze Corrie
oppikken om daarna met z’n drieën de koffer naar Amersfoort te brengen. Een
hele reis, vermoedelijk per trein, met een koffer die Rinus nooit zal ontvangen.
Vanuit Amersfoort schrijft Rinus op 15 augustus 1943 een
brief aan Corrie, op briefpapier van ‘Polizeiliches Durchgangslager Amersfoort’.
Het vakje ‘Zensiert’ is geparafeerd. ‘ ’t Moest er toch een keer van komen als
ik hier rondkijk’, schrijft hij. In kamp Amersfoort zitten in die tijd veel mannen die de arbeidsinzet saboteerden. Uit de brief van Rinus blijkt onzekerheid
over wat hem te wachten staat. Moet hij al snel naar Duitsland of nog niet? Hij
vraagt om geld en om post. Corrie antwoordt meteen en vertelt over de koffer
die ze hebben gebracht. Ze wil natuurlijk graag dat hij die krijgt, maar het
briefpapier belooft weinig goeds: ‘Der Empfang von Paketen ist verboten’.
Op 14 september schrijft moeder Door een brief aan haar zoon.
Twee brieven van Rienus sr. zijn dan al teruggekomen in Gorcum met het
opschrift ‘heeft al post ontvangen’. Door spreekt haar zoon moed in, maar
verraadt haar bezorgdheid met een doorhaling: ‘Corrie doet alle moeite om je
vrij te krijgen, wie weet lukt het haar niet’. Dan volgt een soort bezweringsformule
van ongeveer twaalf regels waarin ze alles opnoemt wat in de gebrachte koffer
zit, en in de koffer die nog zal komen: ‘je daagse pak, zondagsvest, slipover,
4 paar wollen sokken…’
Rinus mag één keer per maand schrijven, zijn volgende brief
aan Corrie is van 14 september. Hij gaat die vrijdag op transport, meldt hij, naar
verwachting eerst naar Vught en dan misschien naar Rusland. In Vught verwacht
hij nog bezoek te mogen ontvangen. ‘Hier is het nutteloos zonder voorafgaande
toestemming. ……………… (onleesbaar gemaakte passage, ook deze brief is
gecensureerd) veroordeeld.’ Corries brief van 15 september kruist de zijne: ‘Zoals je
moeder al schrijft zijn we bezig om wat voor je gedaan te krijgen met het oog op
je M V’. Lees ik dat goed? En wat is dat? Een vrijstelling misschien?
Of hij nog naar Vught is getransporteerd, weet ik
niet. Wel hebben ‘ze’ wat voor hem gedaan gekregen, want hij komt tussen
half september en oktober 1943 weer naar huis. Mogelijk heeft zijn werkgever,
staalbedrijf De Vries Robbé, hem geholpen. Zijn dochter Thea heeft een foto van
haar vader gedateerd oktober 1943. Zijn haar is eraf, en zijn jongensachtigheid
ook. De beelden uit het kamp blijven hem bij. Vele jaren later is hij er, na een hartoperatie, weer bomen aan het zagen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten