Oorlog is ook gewoon gedoe. Al in mei 1940 wordt een
verordening van kracht die bepaalt dat alle gebouwen van zonsondergang tot
zonsopgang verduisterd moeten worden: er mag geen licht naar buiten komen. Dat
is nog knap lastig: voor je het weet zit ergens tóch een scheurtje. En: voor
een keertje is het misschien nog wel een sport om alles af te plakken, maar als
het avond aan avond moet gebeuren, krijg je er snel genoeg van.
De plaatselijke middenstand springt meteen op de nieuwe behoefte
in: Van Andel uit de Burgstraat adverteert als eerste met verduisteringspapier (Digitale
Krantenarchief). Als concurrent Horneer karton als alternatief biedt – op maat
gesneden nog wel – laat Van Andel dat niet op zich zitten: binnen de kortste
keren is daar ‘zwart gegolfd verduisteringskarton, breed 1.40 meter, zeer
geschikt voor rolgordijnen’ te krijgen. Plus verduisterings-lampenkapjes, lichtgevende
insignes (met speld) en punaises in alle kleuren.
De politie controleert streng en deelt flinke boetes uit als
mensen niet goed verduisteren. Als Langendijk 33 gecontroleerd wordt, krijgt
mijn moeder het gevoel dat de (Duitse) agent het balkon (aan de Lingehaven) niet
op durft. Pas als ze hem voorgaat, komt hij achter haar aan. Mijn moeder voelde
stemmingen goed aan, dus die man is vast ergens bang voor geweest. Ik vraag me alleen
af, waarvoor.
Ook openbare gebouwen, fabrieken, bedrijven en winkels moeten
verduisteren. Dat heeft gevolgen voor de openingstijden, zeker in de
winterperiode. Wie na zonsondergang met fiets of auto op pad ging, moest de
lichten afschermen. Daarvoor kon je terecht bij de firma De Wit, zie ik.
Vanwege de verduistering zag je op straat geen hand voor
ogen. Erg druk zal het overigens niet zijn geweest. Van 24.00 tot 4.00 uur
moest iedereen sowieso binnen blijven: dan was het Sper(r)tijd. Later werd de
Spertijd vervroegd naar 20.00 uur. Wanneer? Dat heb ik in de Gorcumse kranten
niet terug kunnen vinden.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten