Op 8 september 2014 vind ik een bijzonder berichtje in mijn
mailbox. Ene Arie (Broer) Bax vraagt zich af of ik ben wie ik ben. Dat ben ik.
Dan krijg ik een e-mail met (voor mij) nieuwe informatie over de grootvader van
mijn moeder: de man die ooit een winterjas kreeg, betaald met háár tantième. 'Het stukje uit Tijd van Leven dat u aan tante Truus
van der Maaden-Timmermans heeft toegezonden, deed mij besluiten om de
levensgeschiedenis van overgrootvader Frederik van Rijswijk wat nader onder de
loep te nemen’, schrijft Arie, ‘daarbij kwamen veel onverwachte zaken aan het
licht.’ Zeg dat wel!
Arie heeft documenten opgedoken waaruit blijkt dat er een
foutje in de stamboom van de familie Van Rijswijk zit. Om te beginnen de
huwelijksakte van Antonia van Rijswijk en Kornelis Vervoorn. Daarin erkent
Kornelis de dan dertienjarige Heintje, dochter van Antonia. Of hij ook haar
biologische vader is, weten we natuurlijk niet.
Toen Heintje in 1915 overleed, ontdekte Arie, ging de
erfenis niet meteen naar Frederik. Heintjes moeder, Antonia Vervoorn - van
Rijswijk, erft de helft. De andere helft gaat naar de moeder van Laatsman (een
behoorlijk eigengereide dominee, ontdekte Arie en passant, die in zijn
standplaats Heusden al vroeg werd geschorst). Voor twee broers van Laatsman zijn
er legaten van 1000 gulden, maar Antonia krijgt kort na 24 november 1916 maar
liefst f 37.879 uitgekeerd. Dit
blijkt uit de Akte van Scheiding, die Arie heeft gevonden.
Antonia laat 6 dagen na het overlijden van haar dochter Heintje haar eigen testament opmaken. Daarin
laat ze alles na aan haar 'natuurlijke zoon Frederik van Rijswijk'. Uit dit
testament blijkt, anders dan uit de stamboom die ik eerder heb gebruikt, dat Frederik
háár zoon was, en niet de zoon van 'de andere Antonia', (dochter van Judik van Rijswijk), zoals in de stamboom stond.
Het geld moet meer dan welkom zijn geweest, want Antonia
heeft in 1911 de zorg op zich genomen voor het grote gezin van Frederik, na het
overlijden van zijn vrouw Cornelia. Ook dat is nieuw voor mij. De duizend
gulden die alle kinderen uit dit gezin uit de erfenis hebben gekregen, hadden
ze dus misschien wel te danken aan hun oma Antonia en niet aan Frederik, die
het geld pas in 1919, na Antonia’s overlijden, erft.
Dat Frederik de erfenis erdoor heeft gedraaid – de lezing
van mijn moeder – zal ook niet ver bezijden de waarheid zijn. Arie schrijft: ‘Uit overlevering mag worden aangenomen dat Frederik
tijdens en na zijn huwelijk een losbandig leven heeft geleid en dat van een
harmonieus gezinsleven geen sprake was. Hij was soms lange tijd van huis weg en
dan wist niemand waar hij was.’ Hij stierf totaal berooid in het huis van zijn
oudste zoon in Sliedrecht.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten