Mijn ouders woonden aan de Langendijk: aan de haven en niet
ver van de rivier. In 1944 beschieten Engelse vliegtuigen verschillende malen schepen
op de rivier. Misschien vormde dat voor mijn ouders de aanleiding om een poosje
in het huis van hun schoonzuster Cor in 'Zandvoort' te
gaan wonen, onderaan de Arkelsedijk. Cor zelf - de weduwe van Frits - was bij haar schoonouders aan de Keizerstraat ingetrokken,
dus het huis was beschikbaar.
Vergelijkbare woningen in 'Zandvoort'
Veel veiliger voelden ze zich aan de Arkelsedijk blijkbaar niet,
want Theo en Frieda sliepen er onder het aanrecht. Eén van de anekdotes uit de
oorlog komt uit die periode.
Op een dag hadden ze net thee gezet toen er werd aangebeld
door een paar Duitse soldaten. Om hen gunstig te stemmen – tewerkstelling in
Duitsland dreigde immers nog steeds – , boden ze hen maar een kopje thee aan. Een
aanbod dat helaas werd geaccepteerd. Toen de soldaten eindelijk weer vertrokken
waren – mijn vader sprak Duits en ze hadden het nogal naar hun zin – , bleek één van hen zijn geweer vergeten: het stond in een hoek van de kamer. Uiteindelijk ging mijn vader ze maar terugroepen.
Eten werd steeds schaarser en mijn moeder moest dus vanaf de Arkelsedijk regelmatig naar
de gaarkeuken aan de De Vries Robbéweg. Eén
keer kwam ze te laat. Het eten was op. Ze maakte zich er kwaad om: ook voor
haar (vooral: voor de kinderen) had er nog een portie moeten zijn, ze hadden
beter moeten scheppen. Haar schoonouders, die aan de De Vries Robbéweg woonden, zagen haar met lege pannetjes terug
naar huis lopen en kwamen het gezinnetje van hun zoon nog wat te eten brengen.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten