Terug naar mei 1940. Mijn opa Rienus Nieuwstad werkte al
sinds 1918 bij de firma Ravenswaay, handel in koloniale waren. Koffie, thee, tabak
en: vers gebrande pinda’s. De winkel van Ravenswaay was op de Hoogstraat in Gorcum. Het pand
is nog steeds in gebruik, al is het wel toe aan een likje verf, zou mijn moeder
zeggen.
In het Gorcums archief is een map over Ravenswaay met daarin
een boek vol reclamestempels. Ik heb er een paar gefotografeerd. Bij mijn neef
Peter (van Jan) staat nog een metalen kist van Ravenswaay, waarin vroeger koffie werd bewaard. Die herken ik: wij
hadden er vroeger ook een. Geen idee waar die eind genomen heeft.
Arnold jr. heeft een foto van drie kinderen Nieuwstad,
genomen voor de zaak van Ravenswaay, herkenbaar aan de ‘zuilen’. Wie zien we,
van links naar rechts? De jongetjes Nieuwstad leken nogal op elkaar. Als ik rekening
houd met de leeftijdsverschillen moeten dit Jan, Cor (mijn vader, een jaar of
twee oud) en Arnold zijn. Tussen mijn vader en de volgende broer, Theo, zit
bijna 4 jaar leeftijdsverschil. Zoveel schelen deze jongetjes niet met elkaar.
De foto zal van 1918 zijn.
Hij heeft ook een foto die heel wat later is genomen, rond 1930 vermoed ik. Tweede van links is Rienus sr., naast hem Arnold, dan Cor, mijn vader, een jaar of 14 oud. De jongen vooraan moet Theo of Rinus jr. zijn. Wie de andere mensen op de foto zijn, weet ik niet. De auto achter hen is van 'de zaak'. Mogelijk was het de eerste, want er zijn die dag meerdere foto's gemaakt.
Hij heeft ook een foto die heel wat later is genomen, rond 1930 vermoed ik. Tweede van links is Rienus sr., naast hem Arnold, dan Cor, mijn vader, een jaar of 14 oud. De jongen vooraan moet Theo of Rinus jr. zijn. Wie de andere mensen op de foto zijn, weet ik niet. De auto achter hen is van 'de zaak'. Mogelijk was het de eerste, want er zijn die dag meerdere foto's gemaakt.
Uit
de verhalen van Gera blijkt dat zij korte tijd heeft gewerkt in de
koffiepikkerij van Ravenswaay. Ze vond het niks. Mijn moeder komt er in of kort
na mei 1940 een poosje werken. Bij Van der Meer is ze ontslagen omdat ze zou
gaan trouwen. Nu dat niet doorgaat, zit ze zonder werk en haar toekomstige
schoonvader biedt haar deze oplossing aan.
Ze
vertelde altijd vol trots hoe ze er een keer met beperkte middelen een mooie
etalage maakte. Daar gebruikte ze trommels voor, waar thee in bewaard werd. Ik
heb nog zo’n trommel, in groen- en goudtinten en voorzien van oud-Hollandse
tafereeltjes. We hadden er ook een met poezen, herinner ik me. Die blijkt beland bij mijn zus.
Bij
Ravenswaay leert ze Hennie Lintjes kennen, die daar schoonmaakte. Hennie had verkering met Johan de Grunt en de familie Nieuwstad was bevriend met de familie
De Grunt. Johan kende dus mijn vader. De twee stellen konden het goed met
elkaar vinden. Dat was niet het geval met Klazien Cornelissen en haar latere
echtgenoot Peter de Jongh: mijn vader en Peter lagen elkaar niet.
Na het
bombardement wordt mijn vader naar Rotterdam gestuurd om te gaan kijken of de
‘aanvoerlijn’ van Ravenswaay nog functioneerde. Het is een vreemd idee dat hij
zo kort na het bombardement in de stad waar ik nu woon, en waar de brandgrens
van 1940 enkele jaren geleden is gemarkeerd, is geweest. Ik woon buiten die
brandgrens, maar niet eens erg ver.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten