In september 1937 hadden Cor en Cor – wat bij de
schoonfamilie Corrie werd – blijkbaar al trouwplannen. Die zijn in mei 1940
heel concreet. Het
loopt anders, want op 10 mei valt Duitsland Nederland binnen. Duitse
vliegtuigen komen over Gorcum en op 11 mei wordt er zelfs eentje neergehaald.
Op 14 mei, terwijl de Duitsers Rotterdam bombarderen, evacueert de Gorcumse
burgemeester Van Rappard de bevolking.
Dus loopt Cor Versluijs op haar verjaardag met een koffertje
over de brug van Ceelen Gorcum uit, richting Meerkerk. Haar hondje Tippie kwispelt
enthousiast, blij met de wandeling. Ze moet haar fiets aan de hand hebben
gehad, want toen ze later die dag langs de Kanaaldijk terugfietste, vielen er
schoten en moest ze dekking zoeken.
Haar schoonmoeder in spe loopt inmiddels slecht, haar gezondheid laat te wensen over. Ze heeft een paar mantels over elkaar
aangetrokken en zit pontificaal op een (hand?)kar. Als er vliegtuigen over
komen, zoekt iedereen een goed heenkomen. Aan Door – vol in het zicht – wordt
niet gedacht.
Opoe Versluijs, al jaren slecht ter been, wordt geëvacueerd
met een auto. Die avond is opoe kwijt. Pas twee dagen later wordt ze thuisgebracht. Ze
heeft ergens aan de Lek in een mooi huis met een lekker bed gebivakkeerd. Een
uitje!
Als Nederland zich half mei overgeeft, berooft Nort - eigenaar van een
brillenwinkel in de Gasthuisstraat in Gorcum en van joodse afkomst - zichzelf,
zijn vrouw en zijn drie kinderen van het leven. Hij zag daar blijkbaar toen al
aanleiding toe. Het maakt diepe indruk in de stad.
Op 17 mei komt de ex-verloofde van mijn moeder om bij een auto-ongeluk. Hij wordt
op 22 mei begraven. Ze gaat niet naar de begrafenis, ook al had mijn vader daar
geen moeite mee gehad.
Op 4 september 1940 trouwen ze alsnog: Cor en Cor. Zij in een stemmig
blauw mantelpak, hij met een witte anjer in zijn knoopsgat. Ook het bruidsboeket
is van witte anjers: een bloem met bijbetekenis. In de tentoonstelling ‘Opstaan
en slapengaan in bezet Gorcum’, waaraan ik meer gegevens heb ontleend, lees ik
dat de Duitsers in juni 1941 ruw optreden tegen burgers die op de verjaardag
van Prins Bernhard een witte anjer dragen.
Op de groepsfoto van de bruiloft, die gevierd werd in het
huis van de familie Nieuwstad, ontbreken veel familieleden. Twee van de meisjes
vooraan moeten Bep en Betsie zijn. Achter zie ik van links naar rechts Theo met een onbekend vriendinnetje, Kees en Koos, Rinus jr., Door en Rienus sr., Gera en Dries en
Nel, de vrouw van Gerrit. Wie zijn er allemaal niet? Gerrit en Frits zijn in de
oorlog ingezet, Frits’ vrouw Cor woont met haar zoontje in Den Helder. Ook Kees
en zijn vriendin Sien zijn er niet bij. Aan de Nieuwstadkant mis ik Arnold en Rie - die intussen in Amsterdam wonen - en Jan en zijn vriendin Jennie.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten