Op 11 maart 1941 wordt mijn moeders oudste broer Frits geplaatst
op de HM Isaäc Sweers, een torpedobootjager. Het schip is in Engeland
afgebouwd. Op 29 mei 1941 wordt het in bedrijf gesteld, Frits hoort dus bij de
eerste bemanning. Eerst gaan ze oefenen en daarna convooien escorteren, in
augustus zelfs korte tijd samen met de Heemskerck.
In september 1941 wordt het schip ingedeeld bij Force H,
gestationeerd in Gibraltar. Vanaf die tijd opereert Frits vooral in de
Middellandse Zee, eerst aan de westkant, later aan de oostkant. Het doel
daarvan was om vijandelijke aanvoerwegen overzee af te snijden.
HM Isaäc Sweers
In januari 1942 wordt de Isaäc Sweers naar Oost Indië
gestuurd. Onderweg ligt het schip in Colombo in een dok, waar het opnieuw de
Heemskerck tegenkomt, op weg naar Indië. De Isaäc Sweers kan nog niet weg uit
Colombo, en de Heemskerck komt uiteindelijk te laat voor de slag in de Javazee
die op 27 februari 1942 wordt uitgevochten en verloren. Amerika, Australië,
Engeland en Nederland willen ermee voorkomen dat Japan Nederlands Indië
inneemt. De geallieerde vloot, onder commando van Karel Doorman, gaat echter
kansloos ten onder. Daarbij vallen veel Nederlandse slachtoffers.
De Heemskerck wordt teruggeroepen naar Colombo. Daarna
worden de Heemskerck en de Isaäc Sweers allebei ingedeeld bij de Eastern Fleet.
Ze ontkomen aan de Japanners, liggen een poosje in de geallieerde basis op Addu
Atoll (een van de Malediven) en later in Kilindini, bij Mombasa. Daar gaan ze
uit elkaar: de snelle divisie, waaronder de Heemskerck, blijft in de Indische
wateren, de Isaäc Sweers gaat via Freetown naar Engeland voor reparatie.
Na die reparatie en een korte oefenperiode vertrekt de Isaäc
Sweers weer naar Gibraltar voor de operatie Torch onder leiding van Eisenhower,
die Noord-Afrika in handen wil krijgen. Daarvoor is een grote concentratie
schepen nodig. In de maand november 1942 heeft De Isaäc Sweers het druk. Het
schip zoekt vijandelijke onderzeeboten, redt overlevenden van de gezonken Nieuw
Zeeland, brengt die naar Gibraltar en laadt dan op 12 november olie, op volle
zee. In de vroege ochtend van 13 november 1942 wordt het schip getroffen door
twee torpedo’s van een Duitse U-boot. De Isaäc Sweers staat meteen aan stuurboord
in brand, waardoor veel reddingssloepen niet meer bereikbaar zijn. De bemanning
krijgt het bevel het schip te verlaten. Velen springen het water in, waar de uit
het schip weggelekte olie drijft en ongetwijfeld in brand vliegt. Er zijn 52 overlevenden
en daar hoort Frits niet bij.
Wanneer hoort het thuisfront dit? Op de persoonskaart van
Frits staat dat het Rode Kruis op 15 december 1942 verzoekt zijn echtgenote in
te lichten: vermist, zeer waarschijnlijk omgekomen. Wanneer hoort Gerrit het?
Ik weet het niet, zoals ik ook niet weet of de broers elkaar gesproken hebben
op de momenten waarop ze elkaar in de oorlog zijn tegengekomen. Ik vermoed dat
ze elkaar in februari 1942 in Colombo voor het laatst hebben gezien. Frits
wordt pas na de oorlog officieel dood verklaard. Op 16 april 1946 ontvangt zijn
vrouw een brief van J. M. de Booy, Minister van Marine.
Mijn moeder vertelde altijd dat Koos altijd wilde weten of haar
zoon veilig voorbij Gibraltar was. Welke zoon? Gerrit misschien, nadat Frits ‘350
mijl beoosten Gibraltar’ ten onder was gegaan?
Als de kleine Theo op 17 april 1943 een zusje krijgt, wordt zij Frieda
Gerda genoemd, naar de broers van haar moeder. Ze staat samen met haar eigen 'grote broer' op
een foto, genomen op 4 maart 1944.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten