donderdag 13 oktober 2011

Al wat jong is moet gaan varen

Gerrit en Frits, de oudere broers van mijn moeder, trekken veel met elkaar op. Volgens mijn neef Frits, de zoon van Gerrit, speelden ze graag buiten de Dalempoort, aan de rivier. Mijn moeder vertelde vaak dat ze de rivier over zwommen. Koos had het daar niet op, en naaide in een poging het te voorkomen met een paar steken hun hemd dicht. Dat werkte natuurlijk niet.

Gerrit doorloopt de ambachtsschool met glans: hij krijgt elk jaar een prijs. Hij wordt opgeleid tot elektricien. In 1924 begint hij, en in 1927 krijgt hij een getuigschrift. Wat hij het jaar daarna doet, is niet duidelijk. Maar op 16 mei 1928 neemt hij vrijwillig dienst bij de marine, als leerling monteur. Op  15 oktober 1929 volgt zijn oudere broer Frits, als leerling torpedomaker.
















matroos Gerrit
















matroos Frits

Hoe kwamen ze op het idee om bij de marine te gaan? Gorcum was een garnizoensstad, dat wist ik wel. Maar de marine? Heel vreemd blijkt dat niet. Van juni 1921 tot oktober 1926 ligt opleidingsschip ‘De Schorpioen’ in de Vluchthaven. De marineopleiding is behoorlijk ‘aanwezig’ in de stad. Er wordt geoefend op de rivieren, er zijn festiviteiten met muziek en sport: waarschijnlijk ziet het er allemaal heel stoer en aantrekkelijk uit.










De Schorpioen in de Vluchthaven

Vader Kees Versluijs is wel gecharmeerd van de marine. Eén van zijn argumenten was volgens mijn nicht Gerda (de dochter van Gerrit): ‘Je hebt altijd je bed bij je’. Dat zal niet het enige zijn geweest. Dienst nemen betekende ook: een gratis opleiding ( met aansluitend werk) en een gevulde maag.   

Rienus Nieuwstad, mijn opa, zat in de gemeenteraad toen in maart 1925 het voorstel om een kantine voor het opleidingsschip te bouwen aan de orde kwam. Volgens hem was de Schorpioen er vooral voor wervingsdoeleinden en moest de gemeente er niet in investeren.
Het is heel goed mogelijk dat het voor mijn ooms inderdaad zo heeft gewerkt. De opleiding kwam naar de stad toen Frits een jaar of 11 was. In 1926 was Gerrit 14. Op 29 maart 1922 drukt de Nieuwe Gorinchemsche Courant een lied van Speenhoff af, geschreven voor De Schorpioen: ‘Al wat jong is moet gaan varen’. Gerrit en Frits hebben er gehoor aan gegeven.  

Geen opmerkingen:

Een reactie posten